Sheikh `Oebayd al-Djaabirie (Hafiedahoellaah) werd gevraagd over het boek ‘Fie zilaalil-Qor’an’, men vroeg hem: “Bevat het fouten?”
Hij antwoordde toen: “In werkelijkheid is dit een hele goede vraag, maar het ligt buiten mijn vermogen (om het goed te beantwoorden) op dit moment, omdat het bordevol met fouten zit. Maar ik weet wel dat Sheikh Abdullaah ad-Duwaish (Rahiemahoellaah), hondereenentachtig fouten van hem heeft blootgelegd.1 Ik heb (het boek) bekeken en bemerkte dat… Ik (zelf ook) een aantal van hen heb gevonden. Een van (deze fouten) is dat hij (Sayyid Qoetb) een verkeerde uitleg geeft in zijn tafsier over de Uitspraak van Allaah, de Allerhoogste, betreffende Soerah Taa Haa 20:4. Sayyid Qoetb zegt daarover: “En de Qor’an is een fenomeen in het bestaan, precies zoals het fenomeen van de hemelen en de aarde, het daalde neder vanuit de meest hoge gezelschap (van Engelen).”2 Wat is de betekenis van deze zin. O Broeders, wat betekent dit…hoe weet je nou of het betekent dat het geschapen is? Daarop zeggen wij: “Kom, wat is de betekenis van het woord ‘Kawnie’ (Bestaan in de schepping)… Het woord betekent dat het tot bestaan is gebracht, vanwege het woord ‘Kun’ (Wees!) en dat betekent dat het geschapen is. Of Sayyid Qoetb (Moge Allaah hem vergeven) dit nou geloofde (of niet), dat is een andere zaak, maar dit is zeer zeker een dwaling.
Op de tweede plaats met betrekking tot: “Qul hu wallaahu Ahad” (Soerah Ighlaas), ik en een aantal broeders lazen dat hij ‘Wahdatul – Wujoed’ (De dwalende ideologie dat Allaah één is met de Schepping) bevestigt, en bemerkten dat hij tevens de mening van (de sekte) Al-Djabriyah verkondigt, door te zeggen dat een persoon wordt gedwongen om hetgeen te doen wat hij doet zonder dat hij een eigen keuzevrijheid heeft.3
Vandaar dat ik dan ook de volgende drie punten aan wil geven:
Ten eerste: Sayyid Qoetb heeft zich hierin vergist, en als hij nu nog zou leven dan zouden wij zeggen dat het verplicht voor hem is om deze uitspraak terug te roepen, en het bewijs zou dan tot stand gebracht worden, want anders zou hij duidelijke Koefr gepleegd hebben, omdat dit zaken zijn die een persoon tot Ongelovige kunnen maken. Dit zijn woorden van Koefr.
Ten tweede: Het is niet toegestaan voor ons om goedkeuring te geven aan de boeken van Sayyid Qoetb, noch die van al-Ghazaalie, noch die van al-Mauwdoedie, noch die van Mohammed Qoetb, noch die van an-Nadawie. Daarmee bedoelende: dat (het niet toegestaan is dat) wij voor de jeugd deze boeken goedkeuren om te gebruiken, want het zal hen hinderen om ander werk te doen (goede boeken te bestuderen), en (het is ook niet toegestaan) om als excuus te gebruiken (en te beweren) dat zij geleerden van de Islaam zijn. En zo ook at-Toeraabie, zet hem er maar ook bij. Het is helemaal niet toegestaan om (vooral) in de vroege jaren van een persoon en in de vroege jaren van zijn zoektocht naar kennis (om deze boeken van hen te bestuderen). Anders zouden jullie jongeren, O broeders, zij zouden opgroeien als een Moe’tazilie, een Jahmie, een persoon van ‘Wahdatul – Wujoed’, een ketter! Hij (zo’n jeugdige) zou met zulke ideeën opgroeien, en die arme persoon zou dat niet eens in de gaten hebben.
Ten derde: Degenen die de boeken van zulke mensen verspreiden terwijl zij weten dat deze boeken dwalingen bevatten, dan bij Allaah, bij Allaah; zij zijn verraderlijk jegens de Oemmah en misleiden de Oemmah en ik vrees dat de volgende hadieth op hen van toepassing is: “Moge Allaah’s Vloek rusten op degene die een innovator in bescherming neemt.” Dit zijn drie punten, accepteer ze van mij met betrekking tot de boeken van Sayyid Qoetb, at-Toeraabie en anderen.
1 ‘Al - Mawriduz - Zalaal fit - Tanbeej ‘alaa Akhtaaiz - Zilaal’ van de Geleerde Abdullah as-Duwaish, 1e Editie, 1408H. Daarul -‘Ulyaan, al-Qaseem, Buraidah.
2 ‘Az-Zilaal’ (4/2328), 12e Editie, Daarul -‘Ilm, Jeddah.
3 ‘Az-Zilaal’ (6/4002-4003), 12e Editie, Daarul - ‘Ilm, Jeddah
Bron: Cassette Opname van een les met als titel: ‘Ontwijk de zeven zondes die de vernietiging veroorzaken’, de 1e kant van de cassette, at-Taaief, 11-2-1413H.